Vaargebied Westeinderplassen

Midden in het drukste deel van Nederland, onder de rook van Schiphol en Amsterdam, ligt een verzameling plassen die voor alle watersporters de moeite waard zijn. De Westeinderplassen maken onderdeel uit van de Hollandse Plassen, net als de Kaag, de Braassem, de Vinkeveense en de Loosdrechtse Plassen. De Westeinder is met 10 vierkante kilometer het grootste plassengebied van Noord-Holland. De grote verscheidenheid aan dieptes en vegetatietypen zorgt voor een grote populatie roofvissen zoals snoek, brasem en baars. Maar er zijn hier ook meervallen van wel twee meter gevangen. Als klein jongetje wierp ik met mijn vriendjes hier ook wel eens een hengel uit, maar dan vingen we eigenlijk alleen maar Schele Pos, een stekelig visje dat je heel moeilijk van de haak kreeg. Door de ervaringen met de Schele Pos ben ik nooit een echte visser geworden.

De Westeinder is via de Ringvaart rond de Haarlemmermeer verbonden met de Nieuwe Meer in Amsterdam-Zuid en aan de andere kant met de Braassem en de Kager Plassen. De grootste plas heet Grote Poel en via een netwerk van slootjes kom je in de kleinere plassen, waaronder de Kleine Poel. De diepte varieert tussen 2 en 5 meter. Het meest kenmerkende gebouw aan de Westeinderplassen is de fameuze watertoren aan de noordoostkant. Deze monumentale toren is 50 meter hoog en stamt uit 1928, de tijd dus dat 20 kilometer verderop in Amsterdam de Olympische Spelen werden georganiseerd. Tegenwoordig is de toren een trouwlocatie voor de gemeente Aalsmeer. Pal voor de deur is de droomplek voor windsurfers, en dat levert altijd kleurrijke plaatjes voor de bruidsreportage op. Ook leuk: in de toren leeft elk jaar een nest met slechtvalken. Deze zeldzame grote roofvogels kunnen met 350 km per uur op hun prooi duiken.

Net als veel andere Hollandse Plassen is dit gebied ontstaan door het afgraven van veengrond. Als een veenplag uit de moerasgrond was gestoken, werd deze aangestampt en te drogen gelegd. Zo ontstond uit de drassige veengrond turf, een fossiele brandstof die tussen 1200 en 1900 overal in alle Nederlandse huishoudens werd gestookt. Tussen de Grote en de Kleine Poel zie je nog altijd het patroon van de legakkers en de trekgaten uit de tijd van de turfwinning. Nu worden vrijwel alle eilandjes gebruikt door kwekers van seringenboompjes, maar vooral door recreanten. Want pal onder de drukste luchthaven van de Benelux kun je hier toch genieten van de rust en de natuur. De Plassen worden omringd door dorpen waarvan Aalsmeer in het Noordwesten de grootste en bekendste is. Hier vind je behalve de bloemenveiling ook een vestiging van superjachtwerf Feadship, waar de mooiste miljoenenjachten worden gebouwd. Meer naar het zuidwesten heb je de dorpen Rijsenhout en Burgerveen. Helemaal in de zuidwesthoek ligt Leimuiden, iets meer naar het oosten Kudelstaart en dan heb je ook nog vlak bij Aalsmeer het dorpje met de prachtige naam Vrouwentroost. Hier was vroeger een kazerne, een fort dat er nog altijd staat. De militairen uit het leger van Napoleon vertrokken vanuit hier om te gaan vechten. En de achtergebleven vrouwen zochten troost bij elkaar. Vandaar: Vrouwentroost.