HONDA VAAR ACADEMY
VEILIG VAREN IN GOLVEN
Als watersporter krijg je op groot water regelmatig te maken met golven. Soms ontstaan ze door een plotselinge verslechtering van het weer. De wind trekt aan, golfjes worden golven en later echte brekers. Op andere momenten zijn het de grote schepen om je heen die voor enorme waterbergen zorgen. Marco Binnendijk van Dolphin Maritime legt uit hoe je als schipper van een snelle boot het beste met de golven op de rivier om kunt gaan.
Basisveiligheid
Voordat je op groot water gaat varen, moet je altijd zorgen dat de basis van de veiligheid in orde is en dat begint met de voorbereiding. Zorg dat je het vaargebied kent, dus dat je weet waar je vaart en waar je naartoe gaat. Check altijd voor je op groot water gaat varen het weerbericht. Belangrijk is verder dat je een betrouwbare motor hebt en dat je hebt gezorgd voor periodiek onderhoud, voldoende brandstof, een betrouwbaar elektrisch systeem en een goed werkende bilgepomp. Verder moet ook de rest van de boot betrouwbaar zijn, denk bijvoorbeeld aan de verlichting en de besturing.
Controle
Draag op een snel varende boot altijd een reddingsvest en zorg dat je het rode noodstopkoord aan je lichaam of je reddingsvest hebt bevestigd. De meeste professionals dragen het rode koord om hun been, omdat benen tijdens het varen in golven de meest stabiele lichaamsdelen zijn. Door het daar vast te maken, voorkom je een plotselinge ruk aan het koord, waardoor de motor zou kunnen afslaan. En als je in dikke golven vaart, wil je juist controle hebben, dus over motorvermogen kunnen beschikken. Als je een reserve schipper aan boord hebt, is het slim om te zorgen dat er een reserve noodstopkoord aanwezig is.
De juiste aanpak
Op drukke wateren kom je vaak golven tegen die zijn veroorzaakt door andere schepen. Een golf ontstaat doordat waterdruppels door externe krachten over elkaar en omhoog worden geduwd. Daarna bewegen ze door de zwaartekracht weer omlaag. Daardoor kunnen er ook golven ontstaan door plotselinge ondieptes of richels in het zand bij bijvoorbeeld een haveningang. Er zijn verschillende soorten golven. Op het IJsselmeer staan de vanwege zeeziekte beruchte korte golven. Op zee zijn de golven over het algemeen langer, daar spreek je vaak van ‘swell’. Hier bespreken we hoe je het beste om kunt gaan met de vervaarlijke hekgolven van grote schepen op je route. Elke soort golf heeft een andere aanpak nodig en de juiste aanpak is ook afhankelijk van het soort en formaat boot.
Snelheid en trim aanpassen
Door het drijfvermogen van de boot ga je tegen de golven in omhoog om vervolgens in het golfdal te belanden. Heel belangrijk is dat je tijdens zo’n beweging controle over de boot blijft houden. Wil je een tegemoetkomende golf nemen, trim de motor dan iets op zodat je ‘angle of attack’ van de boot iets achter de boeg komt te liggen. Eenmaal boven op de golf trim je de motor weer omlaag. Probeer te vermijden dat je hard over een golf springt, want dan komt de boot met een enorme klap in het golfdal en kun je slecht inschatten welke kant je op wordt geduwd of gezogen. Je zou zelfs met de neus in een golf zoveel water kunnen scheppen dat je zinkt of zelfs kan kapseizen. De belangrijkste tip is: pas voortdurend je snelheid en je trim aan zodat je altijd controle over de boot houdt. En zorg dat alle losse onderdelen zeevast zijn gezet om te voorkomen dat ze tijdens de ruwe bewegingen als levensgevaarlijke projectielen rondvliegen.
Zuiging
In principe is het zo dat als je een schip passeert dat dezelfde kant op vaart, je naar elkaar toe wordt gezogen. Vaart het passerende schip de andere kant op, dan word je juist van elkaar afgeduwd. Hou er dus rekening mee dat je altijd ruim afstand houdt van een boot die in dezelfde richting vaart. Als je een boot van achter benadert, heb je te maken met twee soorten golven: eerst de hekgolf en dan de boeggolf. Zorg dat je de golven actief passeert en dat doe je door te sturen, gas te geven of te minderen en je trim aan te passen. Snijd de golf zo veel mogelijk haaks aan en vermijd dat je dwars op de golven komt. Maak dat je voldoende snelheid hebt als je de golf op vaart, neem op de golftop wat gas terug en geef in het golfdal weer gas om de volgende golf te nemen.
De boeg als bijl
Als je op een drukke rivier met vrachtschepen een bocht maakt, trim dan eerst de motor naar beneden. Kijk goed vooruit en daarna over je schouder of alles vrij is. Beoordeel het vaarwater op golven en golfrichtingen en pas je snelheid daarop aan. Na de bocht trim je de motor weer omhoog zodat je met minimale weerstand over het water glijdt. Behalve de golfhoogte is ook de golf-amplitude, de snelheid waarin de golven achter elkaar komen, van belang. Korte, lage golven neem je veilig door de boeg wat omhoog te trimmen en dat geldt ook voor lange lage golven. Je hakt dan als het ware door de golven en gebruikt de boeg als een soort bijl. Korte hoge golven neem je heel rustig en de boot vlak getrimd. Daarbij moet je met je gashendel en stuur de ideale snelheid en de hoek van het aansnijden van de golf bepalen. Dat geldt ook voor lange hoge golven. Houd controle over de boot.
Geen gouden regel
Behalve met de trimknop kun je ook trimmen door gewicht in de boot te verplaatsen, in het Engels ‘Weight Allocation’ genoemd. Door iemand voor op de boot te laten plaatsnemen breng je gewicht en dus druk naar voren. Dat doe je vooral om het stuiteren en klappen van de boot op opeenvolgende lage golven te voorkomen. Pas altijd de bootsnelheid aan de grootte van de boot en de golven aan. Grotere boten kunnen gemakkelijker grotere golven aan. Er is echter geen gouden regel voor de optimale trimhoek, want hoe je het beste een golf kunt nemen hangt af van de hoogte van de golf, de afstand tussen de golven, de lengte van de waterlijn en de vorm van het onderwaterschip. De beste manier om de juiste manier te leren is het volgen van een snelvaar-cursus en het maken van heel veel ‘vlieguren’.