HONDA TECHNOLOGY

VTEC, BLAST & ECOMO

In deze nieuwe rubriek 'Honda Technology' belicht een technisch expert de achtergrond van unieke en baanbrekende Honda technologieën. Henk Wildschut is hoofd van het Technisch Centrum van de IVA Business School in Driebergen, een particuliere managementopleiding voor de automotive en nautische branche, waar studenten o.a. ook leren over geavanceerde technieken in de mobiliteitssector. In deze editie vertelt Henk alles over de werking van VTEC, BLAST en ECOmo.

BLAST! Koppel op lage toeren

Nadat Honda in de jaren zestig van de vorige eeuw de viertakt buitenboordmotor introduceerde en andere merken volgden, werd viertakt al snel de norm. Honda wilde vervolgens haar viertaktmotoren de acceleratie geven van tweetaktmotoren, maar veel zuiniger en milieuvriendelijker. Ze vonden de oplossing in een nieuwe techniek, die werd ontwikkeld om de verhouding lucht -brandstof en het ontstekingstijdstip te optimaliseren. De nieuwe techniek werd BLAST genoemd, Boosted Low Speed Torque, letterlijk Vergroot Koppel Op Lage Toeren. BLAST werd voor het eerst toegepast in 2006 op de Honda BF 90pk, maar is nu standaard op modellen tussen 40 en 250 pk.

Timing

Maar hoe werkt BLAST? We weten dat tweetaktmotoren lichter zijn dan viertakts en een hoog koppel hebben. De betere acceleratie was ook het uitgangspunt voor de technologische vernieuwing van de nieuwe viertaktmotoren met grotere vermogens. Eigenlijk wil je altijd dat een boot zo snel mogelijk in plané komt, want dan wordt de waterweerstand lager. Bij BLAST wordt vanaf het moment dat je gas geeft de ontstekingstiming vervroegd. Ook wordt dan in verhouding meer brandstof ingespoten. De verbranding in de motor vindt dan plaats op basis van een rijker mengsel waardoor de boot veel feller accelereert.

ECOmo

Als een boot eenmaal planeert, heb je geen extra power, geen BLAST meer nodig en kom je in de Economy modus. Zodra deze EcoMo inschakelt, wordt direct minder brandstof ingespoten. De motor draait dan op een armer lucht-brandstofmengsel, dit noemen ze Lean Burn Control. Dankzij ECOmo verbruik je dus veel minder brandstof en logischerwijs is dat beter voor het milieu. Met deze twee technieken BLAST en EcoMo heb je dus het beste van twee werelden, felle acceleratie bij het accelereren en laag verbruik in plané.

VTEC

Een andere innovatieve Honda techniek in de grotere buitenboordmotoren is VTEC. Deze Variable Valve Timing and Lift Electronic Control werden eerder al toegepast in Honda auto’s en motorfietsen. VTEC betekent eigenlijk variabele klep-opening. Deze techniek werd ooit ontwikkeld voor de Formule 1 en wordt nu ook in allerlei Honda buitenboordmotoren toegepast zoals de 100, 150, 225 en 250 pk modellen. Eerst moet je iets weten over kleppen. Bij een viertaktmotor heb je minimaal twee kleppen voor elke cilinder: een inlaatklep, die opent om het lucht-brandstofmengsel de cilinder in te laten stromen en een uitlaatklep die als deze geopend is de verbrandingsgassen naar de uitlaat laat stromen. De kleppen moeten natuurlijk wel precies op het juiste moment worden open gedrukt. Dat gebeurt doordat er nokken, verhoginkjes op een een speciale as zijn geplaatst, de nokkenas.

Extra nok

VTEC werkt met een extra nok per cilinder op de nokkenas. Op deze as zitten bij VTEC behalve de gewone inlaat- en uitlaatnok ook nog een extra hoge nok. Die hoge nok werkt bij lage toerentallen niet mee. Bij een bepaald toerental, dat verschilt per motor, activeert het motormanagement het VTEC-systeem. Dan neemt de hoge nok het over van de lage nok. Deze hogere nok zorgt ervoor dat de inlaatkleppen verder en langer opengaan. Daardoor kan er meer lucht-brandstofmengsel de cilinder in stromen. Zo geeft variabele kleptiming je meer power in de hogere toerentallen. En dat merk je, als je bijvoorbeeld vanuit 4.000 toeren nog even wil versnellen.

Volledige power

Overigens worden bij alle Honda buitenboordmotor de vermogens gemeten aan de propeller. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld auto’s, waar het vermogen bijna altijd wordt opgegeven aan het vliegwiel van de motor. Dat betekent dat de verliezen van de versnellingsbak, eindoverbrenging en bijvoorbeeld de cardanas niet worden meegerekend. De power die voor de buitenboordmotor wordt opgegeven, kun je dus voor de volle honderd procent gebruiken voor de voortstuwing.